Zicht op een vaccin tegen Covid-19 maakt de tongen los.
In columns en praatprogramma’s wordt er gesproken over “de mensen”, vaak opgedeeld in profielen: de vaccintwijfelaars, de vaccinsceptici, de vaccinweigeraars, de anti-vaxxers, de early-adapters, de stille middenmoot. Van deze profielen worden vervolgens beelden geschetst: “die zal zus reageren op een oproep tot vaccineren, en die zo…”.
Overtuigen werkt niet!
De overheid biedt vaccinatie aan als uitweg uit de crisis. Minister Hugo de Jonge benadrukt daarom dagelijks de meerwaarde van vaccinatie. Zo hoopt hij mensen te overtuigen om zich te laten vaccineren.
Maar overtuigen werkt niet! Mensen zijn mensen, passen niet zomaar in profielen. Moeders, zonen, opa’s, studenten, artsen, bakkers, leerkrachten, mantelzorgers, muzikanten met allemaal hun eigen unieke verhaal, levensgeschiedenis, belangen, zorgen en angsten.
Als jeugdarts voer ik veel gesprekken met ouders en jongeren over vaccineren. En over gespreksvoering weet ik één ding heel zeker: overtuigen en de druk opvoeren werkt niet om mensen tot vaccineren te verleiden. Het heeft waarschijnlijk zelfs een averechts effect. Immers, hoe meer druk mensen voelen, hoe meer ze hun hakken in het zand zetten.
Ieder mens maakt keuzes waarvan hij of zij denkt dat die keuze de beste voor hem of haar is. Die keuze is gebaseerd op informatie en gevoel. De informatie wordt ergens gevonden, in de krant, op Facebook, of gehoord van de buurvrouw. Vervolgens kan het gevoel aangeven: dit is de juiste keuze. Het alternatief voelt niet goed, het alternatief boezemt angst in.
Mijn voorstel, als jeugdarts: Ga in gesprek, een open gesprek over de gronden waarop mensen hun keuze maken.
Zich gehoord voelen
De eerste vraag in een open gesprek over vaccineren is belangrijk: “Wat maakt dat u kiest voor wel of niet vaccineren?” Mensen vertellen dan over de informatie die ze hebben gelezen, over hun gevoelens, zorgen en twijfels. Doorvragend vertellen mensen meer. Doorvragen is goed voor de relatie. Mensen voelen zich dan gehoord en serieus genomen. Zo komt de informatie op tafel waar mensen hun keuze over vaccineren op hebben gebaseerd. En: het gevoel dat mensen hebben bij die keuze kan nu worden besproken. Ze kunnen vertellen waar ze bang voor zijn, de angst uiten voor wat ze vrezen als ze de andere keuze maken.
In een open gesprek vraag ik vervolgens toestemming of ik informatie die ik vanuit mijn professionele kennis en ervaring heb, met hen mag delen: “Vindt u het goed dat ik u iets vertel over dat wat u net noemt?” Bij een bevestigend antwoord ontstaat een echt gesprek, over-en-weer, een open gesprek, waarin informatie, gevoelens, twijfels en angsten onbevooroordeeld gedeeld kunnen worden. Misschien komen mensen hierdoor tot andere inzichten en maken ze op basis daarvan in alle vrijheid een andere keuze.
Wanneer ze niet bevestigend antwoorden op mijn vraag om informatie over vaccineren met ze te delen, en dit gerespecteerd wordt, weet ik uit ervaring dat dit de relatie op lange termijn verstevigt. Ik heb vaak meegemaakt dat ouders dan later op het gesprek willen terugkomen en dan alsnog hun vragen en twijfels delen.
Bij deze doe ik een oproep aan iedereen die de verantwoordelijkheid voelt om mensen in volledige vrijheid een weloverwogen keuze over vaccineren te laten maken:
Bekwaam je in het voeren van een open gesprek, zonder doel tot overtuigen.
Caroline Schouten, Jeugdarts KNMG, bestuurslid AJN Jeugdartsen Nederland.