Diabetes komt vaker voor bij mensen met een laag inkomen en zij hebben vaker complicaties, zoals hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten. Op verzoek van het ministerie van VWS onderzochten wetenschappers van het Universitair Medisch Centrum Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen het verband tussen inkomen, diabetes type 2 en gevolgschade van diabetes type 2. ‘We zouden laagdrempelig moeten screenen op diabetes type 2’, vindt prof. dr. Jochen Mierau. ‘Dan kunnen we persoonlijk leed en hoge zorgkosten voorkomen.’
In Nederland heeft 1,8 procent van de bevolking gediagnosticeerde diabetes type 2. Mensen met een lage sociaaleconomische status (SES) hebben een hoger risico dan gemiddeld om de aandoening te krijgen: in deze groep gebruikt 3,0 procent medicijnen voor diabetes. De SES wordt bepaald aan de hand van het huishoudinkomen. In de groep mensen met een hoge SES heeft 1,1 procent diabetes.
© Yinjie Zhu – Lifelines
Er lopen ook veel mensen rond die wel diabetes hebben, maar het nog niet weten. De onderzoekers hebben dit vastgesteld door analyses in Lifelines, een data- en biobank met gegevens van 167.000 mensen in Noord-Nederland. Van eet- en beweeggedrag, bloed- en urinemonsters tot inkomen en medicijngebruik. Sinds 2006 worden in deze databank aan de hand van vragenlijsten en medisch onderzoek de gegevens bijgehouden.
‘Gediagnosticeerde patiënten zijn eenvoudig te herkennen doordat ze medicijnen of behandelingen krijgen’, legt promovendus Yinjie Zhu uit. ‘In Lifelines kunnen we aan de hand van bloedwaarden in beeld krijgen hoeveel mensen volgens de criteria diabetes hebben, maar geen medicijnen gebruiken of geen behandelingen gekregen. Bij lage SES gaat het om 3,0 procent, bij hoge SES om 1,8 procent.’
De ongelijkheid tussen mensen met een hoge en een lage sociaaleconomisch status loopt steeds verder uiteen. Mensen met een lage SES hebben vaker overgewicht. Mensen met een lage SES en overgewicht hebben meer kans op diabetes. En mensen met een lage SES en diabetes hebben weer een hoger risico op complicaties, zoals hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk, beroerte, nierfalen en oogaandoeningen. Van de diabetespatiënten met een hoog inkomen heeft 3,3 procent 3 of meer complicaties. Voor patiënten met een laag inkomen is dat meer dan het dubbele: 7,1 procent.
Mensen met ongediagnosticeerde diabetes type 2 komen vaak pas bij de huisarts als de complicaties aan het licht komen. Soms worden ze dan daarvoor behandeld en niet voor de onderliggende diabetes. ‘Als je mensen laagdrempelig kan testen op diabetes kun je vroeg ingrijpen’, zegt Zhu. ‘Vaak kun je dan gevolgschade voorkomen. En als je vroeg genoeg bent, kun je met bewegen en aangepaste voeding zelfs de diabetes bestrijden.’
© Jochen Mierau – UMCG
Volgens Jochen Mierau moeten we als samenleving verder kijken. ‘Vroegtijdige diagnose is belangrijk. Maar we moeten ook nadenken over lage SES. Kunnen we ons als samenleving veroorloven dat als gevolg van sociale ongelijkheid groepen zoveel meer risico lopen om aandoeningen te krijgen en eerder te overlijden? Of moeten we iets doen aan de ongelijkheid?’
Een consortium van Population Health Data NL, Lifelines, Universitair Medisch Centrum Groningen, Leids Universitair Medisch Centrum en Q-Consult werkt aan een inkoophulp voor zorginkopers. Die moet onder meer inzicht geven in de verspreiding van diabetes in de regio’s en landelijk. Het onderzoek van Mierau, Zhu en mede-onderzoeker Louise Dekker levert belangrijke informatie op voor deze inkoophulp.
Zhu: ‘Ons onderzoek levert bewijs over de omvang van gediagnosticeerde en niet-gediagnosticeerde diabetes binnen een specifieke populatie. Het laat ook de verschillen zien bij lage en hoge SES-groepen in gediagnosticeerde en niet-gediagnosticeerde diabetes, evenals gevolgschade van diabetes. De inkoophulp gebruikt scenariomodellen om de zorgkosten van personen met diabetes te voorspellen over SES-lagen heen. Onze bevindingen kunnen helpen om die modellen te maken.’