Onverwachts heeft minister De Jonge van VWS besloten om de regeling Jaarverantwoording WMG definitief vast te stellen. De eerstelijns zorg heeft dit bericht met onbegrip en teleurstelling ontvangen. Door het besluit van de minister krijgen maar liefst 27.000 kleine zorgaanbieders in de eerste lijn een overbodige regeling opgelegd, die een onaanvaardbare extra administratieve lastendruk met zich meebrengt. Een breed samenwerkingsverband van eerstelijnsorganisaties, waaronder de LVVP, legt zich niet neer bij het besluit van de minister en beraadt zich op een reactie. Ook in de Tweede Kamer bestaan nog grote twijfels over deze regeling.
Namens de Eerstelijnscoalitie, een samenwerkingsverband van de eerstelijnsorganisaties InEen, KNGF, KNMT, KNOV, LHV, LVVP, NVM-mondhygiënisten en ONT, laat KNMT-voorzitter Wolter Brands weten: ‘Met deze regeling verplicht de minister kleine zorgaanbieders dat ze elk jaar lange vragenlijsten over hun bedrijfsvoering invullen. Dat kost veel tijd die ten koste gaat van de zorg voor de patiënt. Alle organisaties in de eerstelijnszorg, de eigen adviesorganen van de minister en de Tweede Kamer hebben hier herhaaldelijk op gewezen, dus we zijn verbaasd en teleurgesteld dat met onze signalen kennelijk geen rekening is gehouden.’
Overbodige regeling
De regeling Jaarverantwoording WMG eist van kleine zorgaanbieders zoals huisartsen, tandartsen, verloskundigen en fysiotherapeuten dat ze vanaf 1 januari 2022 elk jaar circa 90 complexe vragen beantwoorden over hun bedrijfsvoering. Hierdoor gaan meer dan 50.000 voor de zorg bestemde uren verloren. De Eerstelijnscoalitie stelt dat deze nieuwe regeling niet noodzakelijk is, omdat eerstelijns zorgaanbieders nu ook al verplicht zijn om aan zowel toezichthouders als zorgverzekeraars te verantwoorden waar ze publieke middelen aan besteden. En, uit deze verantwoording blijkt telkens dat er nauwelijks sprake is van fraude bij de kleine zorgaanbieders. De nieuwe, extra administratieve eisen zullen daar geen verandering in brengen. De Eerstelijnscoalitie stelt dan ook voor om de informatie die nu al wordt uitgevraagd beter te benutten.
Eerstelijnscoalitie legt zich er niet bij neer
LHV-voorzitter Mirjam van ‘t Veld: ‘We hebben als Eerstelijnscoalitie keer op keer onze dringende bezwaren tegen de regeling onder de aandacht gebracht. En we staan daarin niet alleen: zowel de Tweede Kamer als het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) zetten grote vraagtekens bij de regeling. We oriënteren ons nu op vervolgstappen, want we kunnen ons niet neerleggen bij een regeling die niks oplevert maar wel direct ten koste gaat van de zorg voor de patiënt.’