De digitalisering heeft onze maatschappij in een razendsnel tempo veranderd. De zorg digitaliseert ook, maar minder snel. Dat gaat de komende jaren sterk veranderen. Landelijk en regionaal zetten de overheid en stakeholders in de zorg in op digitalisering. Digitalisering wordt gezien als een cruciale beweging om de beoogde transformaties in de zorg mogelijk te maken.
De sensoren in onze smartphone meten van alles en er zijn ontelbaar veel apps beschikbaar. Door deze innovaties verschuiven de verwachtingen van patiënt. We worden zelfstandiger, zijn mondiger, stellen hogere eisen en kunnen meer zelf regelen. Tegelijk verwachten we meer van organisaties. Organisaties en sectoren die nog ‘oud’ denken’, hebben problemen om te voldoen aan die veranderende eisen. En als er een nieuwe speler komt die precies invult wat mensen willen, kunnen gevestigde spelers eraan ten onder gaan.
Digitale transformatie
Dit fenomeen wordt de ‘digitale transformatie’ genoemd, de vierde industriële revolutie. En het toetreden van nieuwe spelers, die de verhoudingen in de markt compleet veranderen, wordt ‘disruptie’ genoemd. Als je goed kijkt doen die nieuwe spelers eigenlijk vaak niets anders dan teruggaan naar de essentie. En dat heel goed organiseren op een nieuwe, vaak digitale manier.
Innovatie kan een belangrijke bijdrage leveren aan de productiviteit, de kwaliteit en de betaalbaarheid van de zorg. Denk aan het vastleggen en uitwisselen van informatie (elektronisch patiëntendossier) en zorgverlening op afstand (domotica, e-health en m-health). Een mooi voorbeeld is dat steeds meer huisartsen naast een regulier consult in de spreekkamer of een telefonisch consult ook de mogelijkheid bieden om digitaal een vraag te stellen. Bijvoorbeeld via e-mail of het online portaal van de huisarts, maar soms ook via een video-verbinding (e-consult). De voordelen zijn snelheid en gemak.
In het eerder dit jaar gesloten Hoofdlijnenakkoord voor de huisartsenzorg is een flink bedrag opgenomen om de ICT-infrastructuur voor huisartsen, het gebruik van digitale toepassingen en de gedigitaliseerde uitwisseling van gegevens te verbeteren. Zorgvernieuwing heeft onder andere betrekking op e-health, meekijkconsulten en meer. Dit biedt de huisarts kansen om zijn patiënten meer te laten profiteren van alle mogelijkheden die digitalisering hen biedt voor een betere gezondheid en leefstijl.
Om relevant te blijven is innovatie noodzakelijk, maar veel organisaties zijn hier niet op ingericht en beschikken niet over de juiste middelen en digitale en creatieve vaardigheden. De zorg is heel lang afgesloten geweest van de ‘buitenwereld’. Zorgverleners, -organisaties en beroepsverenigingen konden heel erg lang uitgaan van zichzelf en vinden het lastig om echt vanuit de buitenwereld, mensen en hun patiënten te denken en handelen.
De digitaliseringsopgave waar huisartsen voor staan is groot. De huisarts digitaliseerde als eerste in de zorg. Deze voorsprong gaat verloren als de eerstelijnszorg, met de huisarts als spin in het web, de mogelijkheden op het gebied van digitalisering onvoldoende weet te gebruiken. De opgave van ‘De juiste zorg op de juiste plek’ vereist een goed georganiseerde eerste lijn met de huisarts in de regierol. Het versterken van de organisatie en infrastructuur van de eerste lijn is een belangrijke voorwaarde om de veranderende zorgvraag op te vangen.
Adequate digitalisering is daarbij een randvoorwaarde. Er is behoefte aan (digitale) samenwerkingsvormen en netwerkstructuren die de zorg en de ondersteuning, in onderlinge samenhang, rondom de (kwetsbare) patiënten organiseren. LHV, NHG en InEen ondersteunen deze ontwikkeling. De veranderingen binnen de huisartsenzorg gaan traag. Vernieuwing blijft beperkt tot de praktijk en vaak ontbreekt een heldere visie. Buiten de praktijk vindt ondertussen een digitale transformatie plaats op zowel internationaal, nationaal als regionaal niveau. De trage adoptie van nieuwe technologie, e-health zelfzorg-apps door patiënten en zorgverleners maakt dat het wachten is tot bedrijven van buiten zoals Amazon, Apple, Facebook of Google taken gaan overnemen.
Iets gaan ontwikkelen dat echt aansluit bij wat patiënten en zorgverleners helpt. De vraag is wat er van huisartsenzorg behouden kan blijven. Bij een te groot personeelstekort wordt de dienstverlening vanzelf digitaal. Thuisarts.nl trekt 140.000 bezoekers per dag, wat de behoefte aan informatie bij patiënten wel aangeeft. Digitalisering is een kans om naar nieuwe rollen toe te groeien. Huisartsen worden meer en meer een coach van de patiënt. De komende tien jaar gaan steeds meer functies naar de eerste lijn, zoals de controlezorg voor prostaatkanker. Als je vasthoudt aan de huidige kernwaarden word je overbodig. Daarom is er ook een nieuwe Woudschoten-conferentie nodig om tot nieuwe kernwaarden te komen.
Videoconsulten zijn onvermijdelijk. Wij signaleren een enorme toename aan gespreksverkeer en een groeiende onheuse bejegening van medisch personeel. Om de grote patiëntenstroom te kanaliseren heb je gewoon digitale triage nodig. Dan moet de huisarts wel weten welke rol hij/zij straks wil spelen. Tegelijk zien wij een enorme stroom aan online informatie op de patiënt afkomen. Daar is dus infrastructuur voor nodig, medisch inhoudelijk en geïntegreerd in het systeem.
Door de digitalisering kunnen we teruggaan naar de essentie van de zorg. Zorg is hulp bij wat de patiënt niet meer zelf kan. Zet de technologie in om de patiënt in staat te stellen dingen zelf op te lossen. Zeventig procent van de zorg is geruststellingszorg. De ontwikkeling van het e-consult neemt steeds grotere vormen aan. Ook zien wij allerlei vormen van e-care snel toenemen. Daardoor hebben ouderen die liever gewoon op consult gaan, de kans om telefonisch een afspraak te maken.
Duurzaamheid gaat niet samen met de bestaande huisartsinformatiesystemen. Om big data te vergaren, moeten de systemen worden verbonden. De bestaande HIS-leveranciers werken niet samen en zijn dus een remmende factor. De huisarts scheidt nog eerder van zijn vrouw dan van zijn HIS, daar kom je niet vanaf. Het is opmerkelijk dat huisartsen landelijk niet tot afstemming komen over de mogelijkheid van één systeem. In Scandinavische landen werken huisartsen met een systeem. Of er nu gekozen wordt voor een HIS of meerdere: het gaat erom dat je de informatie goed toegankelijk maakt en dat de systemen goed met elkaar moeten kunnen communiceren .
Als zorgverleners en patiënten van technologie toepassingen gaan maken, kan het snel gaan. Op basis van bestaande applicaties en technologie kan de zorg nu al anders georganiseerd worden. Er zijn voorbeelden te over van partijen die op dit vlak innovatief bezig zijn. Denk bijvoorbeeld aan HealthVisionars, DAI Artsen. Patiënten en artsen zitten niet te wachten op technologie. Die willen gewoon spullen die werken!
Geschreven door Winston Texel, sectorspecialist Medisch van ABN AMRO